Sinds de introductie van de OV-chipkaart is er het één en ander veranderd. Het maakt het voor mensen gemakkelijker om te reizen. Op de meeste grote stations vind je poortjes zodat je er alleen binnen kunt komen met een geldig vervoersbewijs. Dit helpt weer in de strijd tegen zogenoemde zwartrijders. Dit zijn mensen die zonder het tarief voor een reis te betalen gebruik proberen te maken van de trein. Uiteraard staat hier een boete op wanneer men erachter komt dat iemand dit doet, al wordt er lang niet altijd gecontroleerd.
Wanneer je een bepaald traject bijna dagelijks aflegt, bijvoorbeeld om op je werk te komen, is het handig een abonnement te nemen. Zelfs als je werk dit niet vergoed. Dit scheelt je namelijk een hoop geld in vergelijking met wanneer je elke dag los betaald voor je reis. Deze zijn er zowel voor streekvervoer als voor vervoer binnen de stad, of juist voornamelijk met de trein. Afhankelijk van welk traject je precies aflegt kun je zo uitzoeken wat de beste optie is. Reizen met het openbaar vervoer is namelijk niet altijd even goedkoop. Op deze manier kun je de kosten dan enigszins beperken.
Voor de kortere ritten die je in je eigen tijd maakt is een persoonlijke OV-chipkaart handig. Je kunt ook een anonieme aanvragen. Nadeel hiervan is echter dat wanneer je deze kwijtraakt er soms nog aardig wat geld op kan staan. Iemand anders kan er in dat geval net zo lang op reizen tot deze leeg is. Plus het feit dat de kaart anoniem is, waardoor niemand dus kan zien naar wie de kaart eventueel teruggebracht kan worden, zelfs al is de eerlijke vinder dit van plan.